Pathologische rouw / verwerkingsproblematiek

Iedereen maakt het wel een keer in zijn of haar leven mee: een dierbaar persoon in je omgeving komt te overlijden. Rouw is de natuurlijke reactie van ons lichaam op dit verlies. Rouw hoeft echter niet alleen plaats te vinden bij het verlies van een dierbaar persoon, ook bij een scheiding, verhuizing, ontslag, uit huis gaande kinderen en het verlies van zelfvertrouwen kan er sprake zijn van een rouwproces. Rouwen is kort gezegd het ervaren van het pijn en verdriet wat volgt op het verlies met het daarbij horende werken aan jezelf. Wat betekend het verlies voor jezelf? Kun je het op den duur accepteren of heb je daar langer de tijd voor nodig?

Iedereen heeft zijn eigen manier van rouwen. De een huilt veel en heeft veel verdriet, terwijl de ander intensief gaat sporten om zich beter te voelen. Er bestaat helaas geen ‘handboek voor rouwen’ of iets dergelijks, er is namelijk geen ‘goede manier’ van rouwen. Veelvoorkomende reacties op verlies zijn:

  • Je intens alleen voelen
  • Een gevoel van leegte, neerslachtigheid, nergens zin in hebben
  • Schuldgevoelens
  • Rusteloosheid of verwardheid
  • Dromen of nachtmerries over het verlies
  • De overledene steeds maar zien, horen of voelen
  • Slechte lichaamsverzorging

Deze gevoelens moeten niet geïnterpreteerd worden als ‘depressief’. Het verschil tussen een depressie en rouw is namelijk erg groot. Sterker nog, een depressie mag niet gesteld worden wanneer er sprake is van rouw.

Er zijn echter wel bepaalde ‘fases’ bekend binnen de psychologie, waarvan bekend is dat je deze fases doorloopt wanneer je rouwt. De Amerikaanse rouwdeskundige William Worden heeft vier taken beschreven die je doorloopt wanneer er sprake is van rouw. Deze fases kunnen door elkaar lopen.

  • Taak 1: het aanvaarden van de realiteit van het verlies. De realiteit van het verlies begint langzaam door te dringen. Je ‘weet’ dat er sprake is van een verlies, maar je beseft het nog niet helemaal. Wanneer er sprake is van onverwacht verlies duurt het proces van deze taak langer. Tevens moet er een besef komen van de onomkeerbaarheid van het verlies.
  • Taak 2: het doorleven van de pijn en het verdriet. Het is bijvoorbeeld onmogelijk om een dierbaar iemand te verliezen waarvan je veel gehouden hebt, en daarbij geen pijn of verdriet te voelen. Deze pijn en het verdriet moet niet weggestopt worden maar in volle hevigheid ‘gevoeld’ worden.
  • Taak 3: het aanpassen aan een nieuw leven zonder hetgeen of degene die gemist wordt Je moet je aanpassen aan het nieuwe liever ná het verlies. Je moet je als het ware instellen op alle veranderingen als gevolg van het verlies. Bij ontslag moet je op zoek gaan naar een nieuwe baan, bij een scheiding zul je wellicht weer moeten in gaan wonen bij familie of op jezelf gaan wonen, bij verlies van een goede vriend heb je even niemand om je verhaal bij kwijt te kunnen. Dit vraagt veel aanpassing en misschien zelfs nieuwe vaardigheden.
  • Taak 4: het verlies emotioneel een plaats geven en het oppakken van de draad van het leven. Vroeger werd gedacht dat men bij het verlies van een dierbaar iemand definitief afscheid genomen moest worden van die persoon, alsof de band met de persoon voorgoed afgesneden wordt. Tegenwoordig denkt men daar echter anders over. De relatie met de overledene blijft bestaan. De persoon krijgt wel een andere plaats, namelijk als herinnering.

Het is erg moeilijk te zeggen wanneer het verlies definitief verwerkt is. De ene persoon heeft nu eenmaal meer tijd nodig dan de ander en de aard van het verlies speelt tevens een grote rol. Bij sommige mensen gaat de pijn nooit over terwijl het dagelijks leven wel weer goed opgepakt is. Het is normaal om af en toe nog verdriet te hebben om het verlies, zelfs jaren na het verlies.

Soms is het rouwproces verstoord. De rouwtaken zijn niet allemaal (voldoende) doorlopen en de persoon blijft slecht functioneren in het dagelijks leven. Een voorbeeld hiervan is gestagneerde rouw of uitgestelde rouw. Wanneer je veel moeite hebt met het rouwproces en het gevoel hebt dat je er zelf niet uitkomt, kan psychische behandeling of begeleiding helpen.

Behandeling

Tijdens de behandeling werken we met psycho-educatie (voorlichting die tot inzicht leidt) en oplossingsgerichte therapie (je beschrijft zelf de gewenste eindsituatie en de therapeut helpt je bij het zelfstandig realiseren hiervan). Via cognitieve gedragstherapie wordt de pijn geleidelijk toegelaten. Dat wordt gedaan door verschillende verwerkingsopdrachten en rituelen. Niet-helpende gedachten worden omgebogen in helpende.